De missie waarmee we onze ambities samenvatten, verwijst naar elementen die typerend zijn voor de werking en voor de omgang met de kunstenaars en de deelnemers.
‘w wh at* deelt’: de wil om te ‘delen’ staat centraal: zowel het wederzijdse delen van creativiteit, expertise en ervaringen als het voortdurend samenwerken. Het is een verwijzing naar co-creatie: het moment waarop verschillende mensen met verschillende achtergronden samen en gelijkwaardig creëren. Een kunstpraktijk die gedeeld wordt, deelt ook het auteurschap van het artistieke proces en product. Iedere betrokkene voegt er ‘iets’ aan toe. De kunstenaar representeert het artistieke denken, de traditie en brengt zijn eigen beeldende taal mee, de deelnemers reageren daarop, gaan ermee verder, maken het tot iets nieuws waarin ze ook zichzelf herkennen.
‘een beeldende praktijk’: het ‘beeld’ staat mee centraal. We kiezen voor beeldende praktijk i.p.v. artistieke praktijk omdat we verwijzen naar het ‘verbeelden’: het visualiseren, in beelden vatten.
‘van diverse deelnemers en kunstenaars’: de deelnemers of participanten en de kunstenaars ontmoeten elkaar in gelijkwaardigheid. De beeldende praktijk heeft betrekking op het moment waarop kunstenaars en deelnemers samenwerken. Ze is evenveel van de kunstenaars als van de participanten: het auteurschap is gedeeld.
‘Het artistieke deelnemen en samenwerken’: we werken gelijkwaardig samen aan een artistiek proces en product.
‘stimuleert de nieuwsgierigheid, de verbeelding en de creativiteit’: als je geconcentreerd samenwerkt binnen een artistiek proces word je nieuwsgierig naar hoe de ander het ziet of doet. Het prikkelt de verbeelding: de manier hoe je het voor je ziet komt in relatie te staan tot hoe dat bij de ander is. De verschillende inzichten worden samengebracht en bepalen evenwaardig het proces en het product. Dit geldt zowel voor de kunstenaar als voor de deelnemers.
‘en vormt het eigen leven en het samen leven in superdiversiteit’: de samenleving is een bundeling van vele standpunten, inzichten, verwachtingen, … . Door samen te creëren geef je een plaats en een vorm aan die verschillen en kan je ze betekenisvol in beeld brengen. Dit heeft een impact op hoe je in de samenleving staat: de onderlinge verschillen inspireren en verruimen het eigen standpunt.
w wh at* nodigt kunstenaars en deelnemers uit in een ‘situatie‘. Dit is een fysieke ruimte die door de organisatie, gastkunstenaars en deelnemers is vormgegeven als een eigentijdse wonderkamer.
Binnen deze ‘situatie’ kunnen de deelnemers en de kunstenaars met elkaar in gesprek gaan: de aanwezige objecten, boeken en (onderzoeks-)verzamelingen geven richting aan dat gesprek en laten het evolueren tot een onderzoek naar de mogelijkheden om samen een nieuw beeld, een nieuwe actie, … vorm te geven.
Een belangrijk leidmotief is daarbij de idee van ‘de onmaat‘. Dit begrip komt ondermeer voor in het schrijven van Pascal Gielen en verwijst naar de gedachte dat ‘alles wat is, ook anders kan’.
Binnen de situatie wordt gezocht naar een andere vorm voor de kunst: als een gedeeld gegeven, en een andere vorm voor het kunstproduct: meerstemmig, nieuw, anders.
Binnen de situatie worden de deelnemers en de kunstenaars met elkaar in contact gebracht door een professioneel bemiddelaar. Als de kunstenaar zelf niet aanwezig is, representeert de bemiddelaar hem/haar. Iedereen binnen de situatie neemt gelijkwaardig (cfr. Rancière) deel aan het artistieke proces. Het meerstemmige product dat ontstaat is dus het gevolg van een gedeeld, artistiek proces waaraan ieder die deelneemt zijn of haar ‘stem’ kan toevoegen.
De situaties zijn mobiel, of worden ondergebracht in de eigen ruimte: w wh*1000. Op die manier wil w wh at* haar deelnemersbereik behouden en uitbreiden met samenwerkingen met jongeren en jongvolwassenen in de schoolse context, jongeren en volwassenen in de eigen tijd, volwassenen in maatschappelijk kwetsbare posities binnen socio-culturele organisaties, studenten, buurtbewoners en passanten.