w wh at* vzw bestaat sinds 1987 en stelt zich sinds 2014 op als een ‘gedeelde, beeldende praktijk’ waarin we met diverse burgers en hedendaagse beeldende kunstenaars bevlogen artistieke samenwerkingen aangaan.

we zien het daarbij als onze kernmissie om de relaties tussen de hedendaagse beeldende kunsten en de bredere samenleving aan te halen en op te drijven en stellen co-creatieve en meerstemmige acties en producties voorop.

onder het credo “Een goed werk werkt verder” * richten we projecten in waarbij we een individuele kunstenaarspraktijk deelbaar en toegankelijk maken en er doorheen collectieve onderzoeken en creaties samen nieuwe en gedeelde ideeën en beelden aan toevoegen.

ieder project is zo “Een reis naar het onbekende” ** waarbij de bestemming in samenspraak wordt bereikt en de verbeelding en het experiment van de deelnemers de route mee bepaalt.

M HKA volgt de gedeelde artistieke praktijk van w wh at* sinds 2016 van nabij op. Hierbij nodigt het museum w wh at* op geregelde tijdstippen uit om samen de activiteiten van de voorforvaastfanclub, afgekort vfvf, verder te zetten. vfvf tast het werk van beeldend kunstenaar Vaast Colson af –een kernkunstenaar uit de M HKA-collectie. Zijn visie is de leidraad: een goed kunstwerk werkt niet alleen door zijn betekenis maar zet zich verder in ons dagelijks leven.

In de catalogus Vaast Colson 1999 – 2009 staat op pagina 393 Widu Gasti. De zoektocht naar dit ridderpersonage uit het oeuvre van Colson is een gedeelde queeste van M HKA en vfvf naar de oorsprong van de kunst.

*
“Een goed werk werkt verder” is een citaat van Vaast Colson waarmee de kunstenaar aangeeft dat een geslaagde creatie ook na de productie en presentatie ervan doorwerkt in de gedachten van het publiek.

**
“Elk werk is een reis naar het onbekende” werd ons verteld door Fred Bervoets en toont dat een kunstenaar er met ieder werk naar streeft om zichzelf opnieuw uit te vinden.


1987

Oprichting experimentele kunst-educatieve organisatie de kunstbank vzw
visie in samenwerking met Prof. Dr. Ceryl De Keyzer, pedagogie KULeuven

1997 – 1999

De organisatie, vormgeving, drukwerk-begeleiding en publiekswerking van tentoonstellingen in opdracht van de stad Leuven: Nature Morte met Johan Pas, Demarches met Lut Pil.

1998 – 2002

het galerieproject even-and-yet (Leuven) met o.a. Peter Rogiers, Voebe De Gruyter, John M Armleder, Leopold Liu, Christine Clinckx, … Met de even-and-yet special (in situ) in de Centrale Universiteitsbibliotheek, Leuven en de Belgica Special in de Brakke Grond, Amsterdam.

2001

De Biënnale van Leuven. In samenwerking met Fred Bervoets, Panamarenko, Orla Barry, Franck Bragigand, Art and Language e.a.

2002 – 2006

what>leuven, een ‘experimentele ontmoetingsruimte voor de visuele cultuur’, op advies van Jan Hoet en op uitnodiging van de Stad Leuven. De uniciteit van het initiatief kreeg een grote internationale aandacht met verscheidene tentoonstellingsprojecten en ‘lectures’ op diverse buitenlandse fora: Künstlerhaus Stuttgart, Arnfoli Bristol, de Univarsität die Angewandte Wenen, Mamok en Kunsthalle. Met inhoudelijke ondersteuning door de Oostenrijkse Professor Eva Sturm en de Duitse Professor Carmen Mörsch 2007

Kunsteducatieve partner van Documenta 12, Kassel (DE).
Op uitnodiging van Ulrich Schotker, directeur voor educatie van Documenta 12.
Met de educatieve en bemiddelingstrajecten: ‘about modernity and learning: what’s to be done’, ‘The billboard: migration of form’, ‘Die Wand, die Mauer, das Ding da: meeting a in situ documenta art piece.

2007 – 2014

Experimentele kunst-educatieve werking de kunstbank vzw, Brussel. In samenwerking met een diversiteit aan nationale en internationale kunstenaars: Johan Gelper, Francis Denys, Bart Lodewijks, Klaas Kloosterboer, Malou Swinnen, Jaap Kroneman, Joshua Sofaer … 52 secundaire scholen, socio-culturele organisaties, Design Vlaanderen, Modemuseum Hasselt.

2007 – 2010

what>leo w, een sociaal-artistiek project in samenwerking met Leren Ondernemen vzw (Leuven), een organisatie voor mensen in kansarmoede.

2010

Symposium ‘het mogelijke mogelijk maken’, reflectie op de sociaal-artistieke praktijk. In samenwerking met KULeuven, en met inhoudelijke bijdragen van Dr. Eric Corijn, Prof. Dr. Jan Masschelein, Evelyne Deceur, Griet Roets en Maria Bouverne-De Bie, Pascal Gielen en Prof. Dr. Danny Wildemeersch en met eigen praktijkvoorbeelden.

2014 – nu

w wh at*, een collectieve kunstpraktijk.
Participatieve artistieke trajecten in diverse contexten: w wh*1000, Atelier LEA (Leuven), Erfgoed Haspengouw, Secundaire scholen in Vlaanderen en Brussel, … Samenwerkingen met Vaast Colson, Fred Bervoets, Francis Denys, Malou Swinnnen, Jaap Kroneman, Galerie De Zwarte Panter, M HKA, trampoline, …

2013 – 2015

met with fred

Samen met kunstenaar Fred Bervoets en Galerie De Zwarte Panter werd een participatief artistiek traject ontwikkeld waarbij deelnemers en kunstenaars werden uitgenodigd om te reageren op het werk van Fred Bervoets. Dit project werd afgesloten met een residentie van drie maanden in Galerie De Zwarte Panter, gelijktijdig met de toonstelling ‘Still on the Road’ van Fred Bervoets in diezelfde galerie.

2014 – nu

voorforvaast fanclub (vfvf)
Een participatieve kunstpraktijk in nauwe samenwerking met Vaast Colson, M HKA, trampoline, Maes&Matthijs Gallery, Pinkie Bowtie, en diverse burgers, partnerorganisaties en kinderen en jongeren in de schoolse context.

Van 2015 tot 2017 werd dit traject uitgebreid met ‘Widu Gasti & werk mee’: een artistiek traject met sociale en artistieke stopplaatsen doorheen Vlaanderen: galerie trampoline in Antwerpen, het Kasteel van Gaasbeek, de Zomeracademie i.s.m. De Veerman, De Ruimtevaart Leuven en het M HKA (Inbox + Salon).

Ondertussen co-creëert vfvf een veelheid aan acties en beheren w wh at* en Vaast Colson samen oO   *, een open presentatie- en werkruimte in de Wolstraat in Antwerpen (voorheen: Pinky Bowtie) waar de nieuwe stappen worden gedeeld en verdergezet.

Als vfvf was w wh at* driemaal te gast op de Antwerp Art Bookfair (publicaties + edities).

2013 – nu

In samenwerking met Erfgoed Haspenhouw worden trajecten opgezet waarbij erfgoed (objecten, verhalen en gebruiken) op een creatieve manier wordt benaderd en doorheen artistieke strategieën op een nieuwe manier met een publiek wordt gedeeld. Voor eind 2021 staat een nieuw traject voorop waarbij de vraag naar ‘wordend erfgoed’ co-creatief wordt benaderd en beantwoord, in samenwerking met kringloopwinkels en scholen uit de regio.

2018 – nu

In 2018 werd w wh at* uitgenodigd binnen de context van Museum E!, een samenwerking tussen wzc Immaculata (Edegem) en het M HKA. Sindsdien is w wh at* nauw betrokken bij de publiekswerking van het museum en reiken we hen nieuwe manieren aan om hun missie ‘beeld, actie, maatschappij’ te realiseren. Onder meer via een experimenteel vormingstraject voor de gidsen, participatieve praktijkvoorbeelden en een samenwerking tijdens Art United op Pukkelpop 2019.

Sinds januari 2019 is w wh at* gevestigd in de Wolstraat 31 in Antwerpen (ERCOLA) waar we het traject van de voor for vaast-fanclub verderzetten met nieuwe co-creatieve acties, praktijken, publicaties en edities. Aan de straatkant richten we er samen met Vaast Colson een werk- en presentatieruimte in: oO   *.


een historiek: hoe we transformeerden van een experimentele kunst-educatieve organisatie tot een ‘gedeelde, beeldende praktijk’

w wh at* ontstond uit de kunstbank vzw, opgericht in 1987 met als doel de hedendaagse beeldende kunsten door publiekswerking te promoten en deelnemers toe te leiden naar een actieve en betekenisvolle deelname aan het culturele en artistieke veld.

De kunstbank ontwikkelde vernieuwende educatieve en participatieve methoden die uitmondden in (onder meer) tentoonstellingsprojecten, een biënnale, publicaties en een galerieproject. Dit alles gebeurde in samenwerking met kunstenaars zoals Fred Bervoets (BE), Panamarenko (BE), Angelo Vergara (BE), Peter Rogiers (BE), Voebe De Gruyter (NL), Klaas Kloosterboer (NL), John M Armleder (CH), Leopold Liu (CN), Art and Language (UK), Joshua Sofaer (UK), Orla Barry (UK), Franck Bragigand (FR). Door een verscheidenheid aan projecten bereikte de kunstbank een grote diversiteit qua publiek en deelnemers: kinderen en jongeren in de schoolse context, mensen in de eigen tijd. Samen met professor Cyriel De Keyzer werd een eerste educatieve visie en methodiek ontwikkeld die de kunsteducatieve praktijk professionaliseerde en onderscheidde en waarbij ‘een dialogische, problematiserende benadering’ werd vooropgesteld.

Na deze eerste ontwikkelingen koos de kunstbank ervoor om binnen de kunsteducatieve praktijk meer experimenteel te werk te gaan door meer aandacht te schenken aan het doen, het handelen, het uitproberen. Tegelijkertijd maakten we een koppeling met de sociaal-artistieke praktijk door de mens nog meer centraal te stellen: wie is hij, wat is zijn context, zijn zienswijze?

Deze nieuwe ambitie werd onder meer gerealiseerd met ‘what>Leuven’ (2002 – 2006): een innovatieve, experimentele ontmoetingsruimte voor de visuele cultuur, op uitnodiging van de stad Leuven die ons hiervoor een ruimte ter beschikking stelde op de toenmalige museumsite (nu Museum M). Het was de expliciete vraag om – in de aanloop naar het Museum M – de mensen warm te maken voor cultuur, met een bijzondere aandacht voor de meest kwetsbaren uit onze samenleving en voor zij die moeilijk de weg vinden naar de kunsten. De relaties tussen kunstenaars en publiek werden er verruimd, dynamisch gemaakt en uitgedaagd. De ruimte toonde, met zijn interactieve cross-overinstallaties en -acties, een nieuwe manier om het publiek (de bezoeker) op een zinvolle en betekenisvolle manier bij het artistieke handelen te betrekken. Dit werd verder uitgebreid door in de presentatie en de creatie steeds de vraag naar ‘de relatie tussen kunst en samenleving’ te vervatten.

De tentoonstellingen waren steeds een ontmoetingsplaats waar ’passanten’ werden uitgenodigd om in gesprek te gaan met de medewerkers en andere bezoekers. Zo werden de sociale dynamieken onderdeel van de tentoonstelling en werd een ‘statisch’ kunstgebeuren altijd een levendige bedoening. De bezoeker werd deelnemer. Er was een grote mix van jongeren, kinderen, mensen in armoede, senioren, mensen van buiten Leuven, academici en kunstenaars. Het werd een interactieve plek, waar iedereen met elkaar in gesprek kon gaan en iedereen iets betekende. De toegang was gratis en de bezoekers werden niet enkel betrokken bij de huidige, maar ook bij de toekomstige tentoonstellingen: ze kwamen niet enkel koffiekletsen, maar ook meedoen. Door de toegankelijke methodes die we daarvoor ontwikkeld hadden, was dat voor iedereen haalbaar. Zo vroegen we hen om dingen te verzamelen (wol, Leuvense stoven, ‘zjatten’, knopen …) die later deel gingen uitmaken van een tentoonstelling. Dit soort verzamelen is een toegankelijke strategie die ervoor zorgt dat mensen zich betrokken voelen omdat datgene wat zij mee verzamelen, betekenisvol wordt ingezet in het latere proces. De tentoonstellingen werden op die manier niet enkel door ‘what>Leuven’ bedacht en opgebouwd, maar bestonden uit kleinere tentoonstellingen die door de bezoekers, meewerkende scholen en organisaties werden ontwikkeld. ‘what>Leuven’ bracht deze losse elementen samen, zocht mee naar een overkoepelend motief en maakte van het geheel een bijzonder, ervaringsgericht gebeuren.

Een voorbeeld: in samenwerking met het werklozenatelier van het Kringloopcentrum Spit in Leuven verzamelden we afgedankte meubelstukken. Vervolgens introduceerden we de Franse kunstenaar Franck Bragigand, een schilder die letterlijk de werkelijkheid schildert door deze een nieuwe kleur te geven. Samen met hem en onze begeleiders zetten de deelnemers zijn werkwijze verder door de meubelstukken zo te schilderen dat het ruimtelijke schilderijen werden. Daarna werden deze stukken tentoongesteld (de ‘spitcollectie’) en geveild. De deelnemers werden hierdoor niet enkel geactiveerd met een zinvolle bezigheid die kan helpen voor een toekomstige participatie aan de samenleving, maar ervoeren aan den lijve hoe afgedankte meubels een nieuw en waardevol leven krijgen. Daarnaast waren er gelijkaardige samenwerkingen met Bart Schoofs, Malou Swinnen, Francis Denys, Sam Dillemans, …

Het was ook tijdens deze periode dat we ons als organisatie voelden evolueren van ‘toeleider naar het artistieke veld’ naar ‘bemiddelaar’ tussen deelnemers en kunstenaars. Het woord ‘bemiddeling’ verwijst naar het Duitse ‘Kunstvermittlung’, een variant van kunsteducatie met de nadruk op het proces en de gelijkwaardige dialoog. Samen met de Duitse professor Kunstbemiddeling Eva Sturm werden de concepten en de strategieën van de bemiddeling uitgebouwd en geactualiseerd. De expertise van prof. Sturm werd verder uitgebreid met de  inzichten en adviezen van de Duitse professor Carmen Mörsch die zich – vanuit haar ervaringen als kunstenaar – specialiseert in nieuwe vormen van bemiddeling en een actieve betrokkenheid van de bezoeker/ deelnemer. De uniciteit van het initiatief kreeg grote internationale aandacht met verscheidene tentoonstellingsprojecten en ‘lectures’ op diverse buitenlandse fora (Künstlerhaus (Stuttgart), Arnfoli (Bristol), de Universität kür angewandte Kunst (Wenen), Mamok (Wenen) en Kunsthalle (Wenen)).

Een bijzondere erkenning kwam van Documenta 12 in Kassel, die ons engageerde om het educatieve en participatieve luik mee te ontwikkelen en te realiseren. Toen de renovatie van de Museumsite (Leuven) van start ging (2006), verhuisde de kunstbank zijn werking naar het internationale Brussel, om zich er verder te verdiepen in de nieuwe perspectieven voor de relaties tussen kunstenaars en deelnemers. We onderzochten verschillende sporen die we via experimenten in de praktijk brachten. De verdere verruiming van de experimentele kunsteducatieve werking met co-creatieve experimenten Op dit gekende spoor, dat we sinds ons ontstaan volgden, werkten we vooral met scholen in hun schoolse context. In de beginjaren van de kunstbank werkten we met àlle kinderen, terwijl we ons nu meer gingen toespitsen op jongeren tussen 12 en 18 jaar. We ontmoetten de jongeren in hun vertrouwde omgeving, waardoor ze zich anders opstelden, wat de ontvankelijkheid en concentratie ten goede kwam. Tegelijkertijd onderbraken we de reguliere gang van zaken, wat hen nieuwsgierig maakte en prikkelde.

Voor scholen uit heel Vlaanderen en Brussel bouwden we mobiele (reizende) tentoonstellingsprojecten die inzicht gaven in actuele en verrassende artistieke methodes, handelingen en acties uit de hedendaagse beeldende kunst. Tegelijkertijd nodigden de projecten uit om beeldend te reageren met co-creatieve acties en producties. Het resulteerde in verschillende projecten met en over diverse kunstenaars en vormgevers die de verscheidenheid van de kunstpraktijk en de creativiteit aantoonden en tegelijkertijd stimuleerden om samen met de jongeren na te denken over hoe ‘niet-kunstenaars’ daar kunnen en willen op reageren. Elk project werd afgerond met een publicatie.

Voorbeelden

  • ‘Perform Every Day ‘ (2008) was een samenwerking met Live Art kunstenaar Joshua Sofaer (GB), hij onderzocht samen met deelnemers hoe dagdagelijkse handelingen een aanleiding konden zijn voor een performance.
  • ‘kwetsbare schoonheid’ (2010); een samenwerking met kunstenares Malou Swinnen, de leerkrachten en de jongeren van verschillende origine in de secundaire school Regina Pacis (Laken), waarbij het (zelf)portret en schoonheidsidealen werden onderzocht en bevraagd.
  • ‘fredwandelingen’ (2013-2016) is een samenwerking met kunstenaar Fred Bervoets waarbij de basistekeningen van de kunstenaar in samenwerking met de deelnemers worden ingezet als vertrekpunt voor een meerstemmige tekening. Dit project resulteerde in een residentie in Galerie De Zwarte Panter (zie verder: ‘met with fred’).

De intensifiëring van de directe relaties tussen kunstenaars en deelnemers In onze eigen ruimtes in Brussel verdiepten we de relaties met de kunstenaars. In een eerste fase werden kunstenaars (Francis Denys, Malou Swinnen) uitgenodigd om de collectie te onderzoeken en van daaruit nieuw, co-creatief werk te formuleren dat een directe relatie aanging met de bezoekers en de medewerkers van de organisatie. Zo creëerde Francis Denys nieuwe objecten uit bestaande elementen uit de collectie waarbij ze verschenen als hybride vormen die heen en weer reisden tussen gebruiksvoorwerp en kunstwerk. Malou Swinnen stapte mee in een wederzijds introspectief parcours en gaf mee vorm aan een tentoonstelling en publicatie waarbij de collectie de mens ontmoet: ‘le regard de personae’ (in samenwerking met Modemuseum Hasselt). Daarnaast ontwikkelden we het initiatief ‘perform the museum as what>’, waarbij de presentatie werd opgevat als een vraag (what ?). Op die manier werd het presenteren van een werk van een hedendaags kunstenaar zowel inhoudelijk als vormelijk een uitnodiging om er gezamenlijk, in aanwezigheid van de kunstenaar, op te reageren.

Enkele voorbeelden.

  • Met Francis Denys’ ‘Wunderkammer/More Boulders’ onderzochten we het idee van de zwerfsteen (boulder) en de concepten van ‘kader’ en ‘perspectief’. Dit verbeeldden we met ruimtelijke ingrepen tot een gezamenlijke nieuw gecreëerde installatie.
  • Met Klaas Kloosterboer werd de interactieve installatie ‘In Between’ ontwikkeld. Het was een gedeeld onderzoeks- en co-creatieproces over schilderkunst, kleur, taal en lichaam.
  • Binnen dit project engageerden we kunstenaar Bart Lodewijks om de buurt te verkennen en te onderzoeken op welke manier we buurtbewoners en passanten bij een creatieproces konden betrekken.

Vanaf 2014 investeerden we in een nieuwe ruimte en werd w wh*1000 een vrijplaats voor gedeeld onderzoek, co-creatie en artistieke ontmoeting. De ligging was ideaal bereikbaar: op de as tussen het Zuidstation en het centrum van de stad, én zichtbaar. Ons doelpubliek kon zich verruimen naar de buurtbewoners. Deze ruimtes in Brussel vormen nog steeds een belangrijk knooppunt voor de initiëring van relaties tussen kunstenaars en deelnemers, voor het (tussentijds) presenteren van de co-creatieve resultaten uit de projecten en voor de visualisering van de omgang met de hedendaagse beeldende kunst.

De verdere uitbouw van een sociaal-artistiek luik. De samenwerking met Leren Ondernemen Leuven (nu de RuimteVaart) – een inclusieve organisatie voor mensen in (kans)armoede en andere bezoekers – werd verder uitgebouwd en geïntensifieerd onder de naam ‘leo w>’. Met sociaal-artistieke trajecten – ondersteund door projectsubsidies onder het participatiedecreet en door middelen van de stad Leuven en de provincie Vlaams-Brabant – werd de menselijke creativiteit gecultiveerd en gekoppeld aan het engagement om samen nieuwe producties (acties, beelden, installaties, performances, …) te co-creëren. We werkten vooral bij hen, in hun vertrouwde omgeving. De samenwerking werd in grote mate bepaald door de vragen en behoeften van de deelnemers. Zo werd in eerste instantie tijd vrijgemaakt om de ruimtes van de organisatie te transformeren. Dit ging vanzelfsprekend ruimer dan enkel het artistieke luik van de werking en kreeg een weerklank in de volledige werking, haar ruimtes, de medewerkers en bezoekers. Zo hebben we samen als een artistieke actie alles wit geschilderd, wat een nieuw klimaat schepte en de deelnemers onmiddellijk bij de nieuwe samenwerking betrok, zowel tijdens het samenwerken als tijdens de andere activiteiten van Leren Ondernemen. Door alles wit te schilderen ontstond er een ‘artistieke’ ruimte, maar kwam er ook nieuw licht binnen, zag alles er schoon en fris uit en waren de mensen tevreden. Ze zagen een nieuw perspectief: dat je met eenvoudige middelen een nieuw gevoel kan krijgen. De samenwerking evolueerde van nieuwe vormen van interactieve kunsteducatie (‘leren, beelden, plekken’) tot co-creatieve trajecten waarbij de stemmen van de deelnemers een belangrijk aandeel kregen in de productie. Samen met ontwerper Idriz Jossa vervolgde ‘leo w>’ kindertekeningen tot draagbare sculpturen, en werden er verschillende participatieve happenings georganiseerd waarbij ook externe geïnteresseerden en kunstenaars werden uitgenodigd.

Er ging een grote aandacht uit naar ‘performances en acties’. De keuze voor deze expressievorm staat in directe relatie tot de noodzaak dat mensen in armoede trots en zeker ‘in de wereld kunnen treden’ en met nieuwe perspectieven de toekomst tegemoet kunnen gaan. Dit gebeurde in samenwerking met de kunstenaars Idriz Jossa, Malou Swinnen, Sven Thompson, Ana Laura Lopez de la Torre, Johan Gelper, Pol Leemans, … . Prof. Em. Danny Wildemeersch – in samenwerking met het Labo voor Educatie en Samenleving van KU Leuven – observeerde de praktijken en methodes van nabij en formuleerde een (theoretisch) pedagogisch kader dat de omgangsvormen en de attitude samenvat en dat tot vandaag een belangrijk leidmotief vormt voor onze methodiek. We deelden onze bevindingen en concepten van deze samenwerking met het bredere veld op een symposium en via een publicatie

In 2013 werd leo w> vervolgd onder de naam Atelier LEA en het onderzoek naar het beeld van de lach: het lacht. In dit bijzondere sociaal-artistieke proces werden de grenzen van de co-creatie in gelijkwaardigheid verder opgezocht en afgetast. De performances die dit co-creatietraject materialiseerden, werden getoond

in w wh*1000 en tijdens ‘Liaison Publiek’, een sociaal-artistiek festival in ‘Opek’, Leuven. In 2016 vervolgden we samen met Atelier LEA en vluchtelingen i.s.m OCMW Haacht de ‘fredwandelingen’. Ook deze samenwerking werd getoond tijdens Liaison Publiek (2016). De duurzaamheid van deze samenwerking uit zich in het blijvende engagement van deze mensen die zich bij vele projecten en activiteiten van de kunstbank aanbieden om deel te nemen, mee te onderzoeken en te experimenteren.

De formulering van een hernieuwde identiteit van de organisatie als een ‘gedeelde, beeldende praktijk’.

De nieuwe manieren van samenwerken (met gastkunstenaars, deelnemers en academici) in de voorgaande drie sporen hadden een belangrijke impact op de identiteit van de organisatie en leidden tot een nieuwe naam en een aangepaste missie.

Vanaf 2014 was er ‘w wh at*’, een participatieve praktijk waar kunstenaar-bemiddelaars, deelnemers en gastkunstenaars samen creëren. Het samenwerken ontwikkelt de nieuwsgierigheid, de verbeelding en de creativiteit. Dit vormt en verruimt het eigen leven en het samenleven.

w wh at* werkt vanuit onderstaande uitgangspunten:

  • De wil om te ‘delen’ staat centraal: zowel het wederzijdse delen van creativiteit, expertise en ervaringen als het voortdurend samenwerken. Verschillende mensen met verschillende achtergronden creëren samen. De gelijkwaardigheid van iedere deelnemer is het uitgangspunt.
  • Het ‘concept’ staat mee centraal. w wh at* initieert en bevraagt kunst door deze concepten toe te eigenen en deze denkbeelden samen verder te ontwikkelen. w wh at* onderzoekt concepten en maakt deze artistiek zichtbaar door haar praktijk.
  • Bij het samenwerken binnen een artistiek proces wordt gezocht naar het andere.
  • De nieuwsgierigheid naar hoe de ander het ziet of doet, wordt geprikkeld. Het ontwikkelt de verbeelding: de manier hoe je iets ziet, kan ook anders. De samenleving is een bundeling van vele standpunten, inzichten, …

Door samen te creëren geef je een plaats en een vorm aan die verschillen en kan je ze betekenisvol in beeld brengen. De artistieke dialoog stimuleert de nieuwsgierigheid, het vertrouwen en de gastvrijheid. Dit heeft een impact op hoe je in de samenleving staat: de onderlinge verschillen inspireren en verruimen het eigen standpunt.

Twee projecten als voorbeeld:

Het project ‘met with fred‘ werd in eerste instantie aangeboden aan jongeren in een schoolse context.
Op uitnodiging van w wh at* maakte Fred Bervoets 20 tekeningen die op stickervellen werden gezeefdrukt. De deelnemers en de bemiddelaars monteerden deze stickers op een grote plastic drager en tekenden erbij. Zo maakten ze van de tekeningen ‘meerstemmige’ beelden en onderzochten de bemiddelaar en de deelnemers concepten van Fred Bervoets en zetten ze deze verder: elk werk is een reis naar het onbekende en als kunstenaar moet je jezelf steeds opnieuw uitvinden. Dit traject hebben we ook met Atelier LEA doorlopen, wat resulteerde in een performance waarbij de deelnemers de meerstemmige tekeningen live aan een publiek ‘toonden’ als een dynamische, relationele tentoonstelling die verschijnt en verdwijnt.

Daarop nodigde Fred Bervoets w wh at* uit om het project verder te zetten met een residentie in Galerie De Zwarte Panter, tijdens zijn solotentoonstelling ‘Still On The Road ‘ (12 maart tot 8 mei 2016). Dit werd ‘met with fred’, een project waarbij zowel de kunstenaar, de deelnemers, het proces als ‘het werk’ zichzelf telkens opnieuw uitvinden en vormgeven. Samen met Fred Bervoets maakten we voor de presentatie bij de residentie een selectie uit de reeds ontstane verzameling meerstemmige tekeningen die hij voor zijn (nog te maken) werk als een bijzondere inspiratie en verruiming beschouwt.

Het project ‘voorfor vaast fanclub‘ (vfvf) is een gedeeld, beeldend onderzoek naar wat het kan betekenen om fan te zijn van (de attitude van) een kunstenaar. Het project was een eerste initiatief om de ambitie van VaastColson (dat zijn werk ‘verderwerkt’ en op die manier gedachten, ideeën en handelingen genereert) metverschillende deelnemers te realiseren. In een eerste beweging was het voornamelijk de attitude van Vaast Colson die de aanleiding vormde voor de processen met de deelnemers, wat zich vertaalt in de titel: voor (for) Vaast.

Een uitnodiging van Vaast Colson aan w wh at* om deelgenoot te worden binnen zijn tentoonstelling in het M HKA (‘Still some cream on the screen’, 2016) en er verscheidene, innovatieve participatieve momenten te realiseren, gaf een eerste nieuw perspectief met betrekking tot de relatie tussen kunstenaar en deelnemers. De deelnemers van Atelier LEA hadden een belangrijk aandeel in de co-creatie van de acties en de meerstemmige werken. Zowel in de eigen praktijkruimtes als tijdens de samenwerking in het M HKA verruimden zij mee het onderzoek met hun stemmen en ideeën.

De voorfor vaast fanclub kent sindsdien verschillende sporen en gedaanten. Zo werd, onder de titel ‘Widu Gasti & werk mee’ een queeste naar Widu Gasti (een personage uit het oeuvre van Vaast Colson) ondernomen (in relatie tot de menselijke conditie); met residenties in trampoline gallery, zomeracademie (De Veerman), M HKA (Salon en Inbox), het Kasteel van Gaasbeek en met diverse partners en deelnemers. In 2018 en ’19 werd een nieuwe fanclub-afdeling opgerichten als participatief kunstproject in het kader van Museum E!, een samenwerking tussen M HKA en wzc Immaculata in Edegem.

w wh at* en de voorforvaast fanclub was ook drie keer te gast tijdens de Antwerp Art Book Fair.

In 2019 verhuisde w wh at* van Brussel naar Antwerpen en nam haar intrek in het legendarische ERCOLA, in de Wolstraat. Daar vervolgt ze haar praktijken, met een focus op de voorforvaast fanclub, OOC&C en de nieuwe samenwerking met het M HKA. Ze ontvangt er de deelnemers-gemeenschappen en richt er nieuwe op; gestimuleerd door de co-creatieve presentaties binnen oO  * (voorheen Pinkie Bowtie), een ruimte die in samenspraak met Vaast Colson wordt ingericht.

Sinds 2018 bouwt w wh at* een traject uit in samenwerking met het M HKA waarbij voor de publiekswerking (via de gidsen) een alternatieve omgang met de bezoeker en de hedendaagse beeldende kunsten wordt onderzocht. Vanuit de visie van het M HKA (beeld, actie, maatschappij, multipolariteit) wordt een relatie tot stand gebracht tussen de collectie van het M HKA (lopende en historische tentoonstellingen) die hoofdzakelijk gericht is op het activeren en verderzetten van de inzichten die er te vinden zijn. Er werden reeds deeltrajecten ingezet en gerealiseerd m.b.t. Joseph Beuys, James Lee Byars en Marcel Broothaers.

Tijdens PP2019 (Pukkelpop 2019, Art United) werd dit tevens de inzet voor een traject i.s.m. Vaast Colson.

Sinds 2020 werd de samenwerking met het M HKA uitgebreid met praktijken die de mogelijkheden tonen voor een toekomstig en ‘constituent’ museum, waarbij het museum en de hedendaagse beeldende kunsten vanuit de burger zelf medeburgers kunnen bereiken en als dusdanig bottom-up verschijnen, wat tegelijk drempels vermijdt en een grotere betrokkenheid en wederkerigheid realiseert.